Burnout: emancipatie van het menszijn

08.2018

Voor een bijeenkomst van de theatersector rond het thema ‘kwetsbaarheid’, tijdens Theater aan Zee, op 30 juli 2018 in Oostende, werd mij gevraagd een tafelrede te schrijven over burnout en het theaterveld. De tekst werd na afloop online gepubliceerd op rekto:verso.be.

Hallo
Hallo, ik ben Emke Idema. Ik ben theatermaker, mens, liefhebber, lichaam, lezer, schrijver, wandelaar, en als gevolg van dat alles kwetsbaar. Een paar jaar geleden was ik helemaal op. Niets lukte meer. Nu begeef ik me terug in het kunstenveld. Intussen heb ik inzichten opgedaan, en ik leer nog steeds. Over mijzelf, maar ook over het theaterveld en de samenleving. Die samenleving, dat veld en ik zijn eigenlijk helemaal niet zo strikt te scheiden.

Het kunstenveld wordt gedefinieerd door omstandigheden die veel stress opleveren en die bijdragen aan het overspannen raken van mensen. De belangrijkste is de grote bestaansonzekerheid, zowel financieel als op andere manieren. Ik leed – en lijd nog steeds soms – aan geldnood, angst voor de toekomst, en bijbehorende zelftwijfel. Ik moet zowel anderen als mezelf er steeds opnieuw van overtuigen dat mijn werk van belang is. Vaak komt er maar weinig publiek naar de theaters. En vanuit de politiek is er een wantrouwende houding ten opzichte van de kunsten in het algemeen. De competitie is erg groot, omdat er weinig geld beschikbaar is, en alles moet ‘excellent’ zijn. Langere samenwerkingen met instanties bestaan bijna niet. Dat legt grote druk. Daar is veel over gezegd, en we moeten het blijven herhalen. Het moet op de agenda blijven. Ik wil het alleen over iets anders hebben nu.

Ik wil het graag persoonlijk maken.
Ik wil graag vertellen wat ik heb geleerd: hoe ik na mijn opgebrand zijn, mijn zijn in de wereld radicaal moest herzien. Hoe ik mijn identiteit moest deconstrueren en denkfouten moest ontmaskeren over wat het betekent om mens te zijn, wat het betekent om een werkende mens te zijn, wat een lichaam is en doet en kan. Mijn denkfouten zijn voor een deel de opvattingen van een samenleving die doordrenkt is van een neoliberaal kapitalisme. Ik ben geworden – en word nog steeds – wie ik ben in relatie tot mijn omgeving. Ik was er niet eerst om vervolgens een relatie met de omgeving aan te gaan, ik bestá uit die relatie. Mijn gedachten komen voor een groot deel voort uit een klimaat, waarbinnen ik zo goed mogelijk als mens en kunstenaar wilde functioneren. Ik wil jullie de onderliggende niet-helpende opvattingen haarfijn uitleggen.

Maar ik heb het niet op papier gekregen. Ik wilde slimme dingen gaan zeggen die ons allemaal zouden verheffen. Oplossingen, inzichten. Ik heb tenslotte een levensveranderende ervaring ondergaan en er van kunnen leren.

Een chaotisch proces
Er is eerst iets anders dat ik kwijt moet.
Het opgebrand raken, de tijd op de bodem van mijn kunnen en het langzaam terugvinden van energie, levensvreugde en gedrevenheid, was een proces dat een lange tijd heeft geduurd. Een proces dat chaotisch verliep, waarin controle niet bestond. Een proces dat zo complex was, dat het moeilijk was om er een verhaal van te maken. Een proces dat nog steeds veel gevoelens oproept, die ik niet allemaal kan plaatsen.

Het was beangstigend om zo opgebrand te zijn dat ik fysiek en mentaal tot niets meer in staat was, terwijl uitrusten niet lukte vanwege de stress. Een bericht van een vriend kon een paniekaanval veroorzaken, omdat de gedachte te moeten antwoorden te veel druk legde. Sowieso had ik aan de lopende band paniekaanvallen. Ik dacht dat ik dood ging, niet meer wakker zou worden en ik heb meerdere malen afscheid genomen van het leven.

Prikkels kon ik niet meer verwerken, waardoor op straat lopen een marteling was. Ik kon geen beslissing meer maken, hoe klein ook. Mensen zien was loodzwaar, het horen van de vraag ‘hoe gaat het?’ putte me een paar dagen lang uit. Soms lukte praten niet. Ik raakte mijn gevoel van identiteit kwijt, omdat ik dat volledig had verbonden met mijn actieve leven en werk. En elke mentale weerstand was weg, waardoor diep verborgen angsten vrij spel kregen en allerlei oud zeer ongefilterd naar boven kwam. Ik had geen idee wie ik op dat moment was, en omdat ik het zelf niet wist, omdat ik er geen taal voor had, werd ik niet begrepen. Ik had mezelf altijd gezien als redelijk intelligent, doortastend en met een goed gevoel voor wat ik wilde. Nu was ik verward, sprakeloos en mijn kompas deed het niet. Het was niet te plaatsen, pijnlijk en volstrekt chaotisch. Het proces tartte ieder idee dat je zelf iets van je leven kunt maken.

Het herstel in de jaren erna ging langzaam. Terwijl ik ontdekte hoezeer ik en de mensen om mij heen geloofden in het idee van vooruitgang als een rechte lijn, bleek herstel er in de praktijk uit te zien als het draaien van cirkeltjes, onverklaarbare oplevingen en dieptepunten en het maken van rare bokkensprongen. Zodra ik berekenend was, uitging van een bepaald verloop, te veel van mezelf verwachtte of verlangde, ging ik neer. Het proces was een monster.

Hoewel ik begrijp hoe moeilijk het voor anderen te begrijpen was – het lukte me zelf op veel momenten dus ook niet – hoe verwarrend en onduidelijk het was wat er nou eigenlijk gebeurde, toch verlangde ik voor alles naar begrip en levenswijze ruimte voor mijn monsterachtige proces.

Ruimte voor diep menselijke ervaringen
Ons leven is voor een groot deel gestructureerd rond werk: dat is hoe de samenleving van ons verwacht dat we onze levens inrichten, en dat is wat we van onszelf en elkaar verwachten. Hoe kunnen we omgaan met ervaringen die niet binnen deze vormgeving passen? Ervaringen die onze productieprocessen en loopbanen ‘verstoren’, die we niet begrijpen, die onze vanzelfsprekendheden wegvagen, waarvan we het verloop niet kunnen voorspellen? Zoals burnout, maar ook rouw bijvoorbeeld en andere ontregelende gebeurtenissen? Ervaringen die (nog) geen heldere plaats hebben in het verhaal van een leven?

Hoe gaan we om met mensen die vanuit zo’n ontregelende ervaring willen re-integreren in een veld met alleen maar ‘flexibele arbeid’? Waar je alleen maar een plek hebt als je ‘excellent’ presteert? Een veld vol competitie, waarin zichtbaarheid en prijzen winnen belangrijke waarden zijn? Waar geen vaste werkgever-werknemer relaties zijn waarin werkgevers mee de verantwoordelijkheid nemen voor geleidelijke terugkeer? Wat is ervoor nodig om als samenleving, en als kunstenveld, deze diep menselijke ervaringen de ruimte te geven, ervan te leren, ze te integreren?

Ik ben nog steeds mezelf als mens aan het emanciperen binnen een samenleving, een theaterveld en een systeem dat er niet op gericht is om mensen voort te brengen, maar vooral producten, kennis, diensten en loopbanen. Ook ik heb jarenlang vooral mijn aandacht daarop gericht. Een groot deel van mijn inspanningen ging daarover, mijn gevoel van succes, mijn teleurstellingen gingen daarover; mijn gevoel van identiteit was daarmee verbonden.

Het verhaal van de emancipatie van mijn menszijn is nog niet af, ik heb er nog niet alle woorden voor. Ik probeer die te vinden in interactie met mijn omgeving. Dat kan niet anders. Ik besta nu eenmaal uit relaties.

Inzichten
Ik wil graag wat nieuwe overtuigingen delen. Een aantal inzichten. Ze zijn niet zo haarfijn als ik van mezelf verlangde. Het zijn krabbels. Ze zijn out of context. Ze zijn persoonlijk en vanuit mijn subjectieve ervaring geformuleerd.
Ze zijn verschrikkelijk belangrijk.

– Voor alles ben ik mens. Dat is geen kwestie van prioriteiten.

– Ik ben niet wat ik produceer. Ik ben niet wat ik doe. Ik ben niet wat anderen van mij zien. Ik ben. Verder ben ik wat ik voel, denk, waarneem. Ik ben de relatie met mensen om mij heen. Ik ben óók wat ik doe.

– Het is belangrijk om hobby’s te hebben.

– Ik houd van het bos, het geluid van de wind door bladeren is mijn lievelingsgeruis, en ik houd van het lezen van fictie geschreven door mensen met een genadeloos emotioneel-existentialistische pen.

– Hard werken is niet per se goed.

– Goed werken is dat wel.

– Kunst is mensenwerk. Veel werk is mensenwerk. Ik gebruik míjn lichaam als instrument. Ik gebruik mijn intuïtie, mijn waarden, mijn doorzettingsvermogen, mijn emoties. Werken en menszijn zijn niet te scheiden. Om goed te kunnen werken is professionele intimiteit belangrijk.

– Mijn lichaam is niet alleen een instrument. Het is er voor en op zichzelf. Hoe kan ik daar recht aan doen?

– Emoties zijn onontkoombaar.

– Een emotionele ervaring waar je niet over kan praten, is een belangrijk onderwerp. Het is een potentieel belangrijke verschuiving van perspectief.

– Vooruitgang bestaat niet. Tijd is niet lineair. Momenten zijn eerder een soort bubbels, die samen een grote zee vormen. Hoe kun je daar recht aan doen?

– Kloktijd is een constructie. De ene keer past er veel meer in een uur dan anders. Soms is een uur een frisse duik in die zee. Soms is een uur een tocht door een eindeloze woestenij. Een consequentie van deze gedachte is dat de hoeveelheid uren die er in een werk zitten, niet representatief is voor hoeveel je erin hebt geïnvesteerd.

– Iedereen is anders. Goed leven en goed werken is ruimte maken voor diversiteit. Dat vraagt soms het verdragen van je eigen onbegrip. Het desondanks ruimte geven. Geduld hebben.

– Iedereen heeft recht op mijn beste zijn en daarom moet ik de voor mij juiste leef- en werkomstandigheden inzetten in onderhandelingen. Ook als ze voor anderen vreemd of inefficiënt lijken. Voor iedereen is de beste manier een andere manier.

– Het is belangrijk te geloven dat de wereld ontstaat in de interactie. De wereld bestaat uit relaties. Ik heb invloed op de wereld om me heen.

– Het is belangrijk te geloven in een goede wereld.

– Ga monsters, processen en fenomenen die niet te duiden zijn, niet uit de weg, maar beschouw ze als teken van je mens-zijn. Geef ze ruimte.

– Observeer.

– Zoek taal.

– Spreek als dat moet.

– Je hoeft niet te spreken.

– Geef niet op.